(verschenen in de februari-editie van Headlines, de nieuwsbrief van de Vereniging Universiteiten van Nederland)
De wetenschapstoets is het belangrijkste instrument in de gereedschapskist van Parlement & Wetenschap. In 2018 werd wettelijk vastgelegd dat het kabinet wetsvoorstellen goed moet onderbouwen: wat is het doel? Wat zijn de beleidsinstrumenten en waarom juist deze? Hoe verhouden de kosten zich tot de verwachte baten? Hoe wordt het beleid gemonitord en geëvalueerd? Op verzoek van de Tweede Kamer ontwikkelde Parlement & Wetenschap de wetenschapstoets waarbij wetenschappers de onderbouwing van een wetsvoorstel beoordelen vanuit wetenschappelijk perspectief, met soms stevige gevolgen (zie bijvoorbeeld de casus Defensienota).
Op dit moment werken drie wetenschappers – een strafrechtjurist, een ethicus/filosoof en een sociale wetenschapper aan de beoordeling van het wetsvoorstel dat moet leiden tot strafbaarstelling van conversiehandelingen. Conversiehandelingen hebben tot doel de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van mensen te veranderen tot de heersende norm. Interessant verschil met eerdere wetenschapstoetsen: het gaat hier om een initiatiefwetsvoorstel dat, dus niet door het kabinet aan de Tweede Kamer voorgelegd is maar door Tweede Kamerleden zelf is geschreven. Dat wierp de vraag op of de observaties en aanbevelingen van de wetenschappers op eenzelfde soort vruchtbare bodem zouden landen als bij alle voorgaande wetenschapstoetsen, die de schijnwerper richtten op kabinetsvoorstellen.
Vorige week spraken de opstellers van de wetenschapstoets met twee Kamerleden die het proces namens de Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid begeleiden (‘rapporteurs’). Een van hen was mede-indiener van het wetsvoorstel. De rapporteurs bleken de stevige maar opbouwende kritiek van de wetenschappers te kunnen waarderen. Dat riekt naar vruchtbare bodem – de verdere behandeling van het wetsvoorstel zal uitwijzen of die verwachting klopt.
Voor meer informatie over Parlement & Wetenschap: Hugo van Bergen, liaison.